Ik wens m'n jonge duiven zo dicht mogelijk bij de natuur te houden en ze de kans geven om rustig uit te groeien. De eerste echte inspanningen van hen worden na de winter verwacht omdat ze als jaarling wel aan de tand moeten gevoeld.
Voor m'n jonge duiven heb ik een hok uit 3 delen.
Een plaats waar ze eten (leren eten)
Een deel waar ze kunnen slapen (in een hok)
Een volière waar ze altijd in kunnen (zowel dag als nacht)
Ronde na ronde stop ik bij elkaar.
Gespeende jongen zitten in het eerste deel. Op het moment dat ze in de spoetnik kunnen vliegen mag dat groepje duiven bij de andere duiven.
Jonge duiven krijgen geen medicatie Ze moeten enkel uitgroeien, gezond blijven, rond het hok wat vliegen.
Zie ik eentje ziek zitten wordt het uit de bende gehaald en schrap ik het ringnummer in m'n werkschrift. Ik kijk nooit vooraf uit welk koppel het komt.
Zie ik wat mindere mest doe ik wat look of een gesneden ajuin in de drinkpot en de drinkgoten. Dat helpt bijna altijd.
Het hok wordt zelden gepoetst. Het hok ligt meestal droog en af en toe haal ik een emmer droge mest uit het hok.
Buiten aan de draad van de voliere hangen drinkgoten zoals die aan reismanden gehangen worden bij wedstrijden. Zo kennen ze dat al voor later.
Er wordt van de jongen eigenlijk niks verwacht.
In de zomervakantie laat ik ze 's morgens uit na de weduwnaars en als ze voldoende lang allemaal vliegen (een klein uurke) begint het opleren.
Ik breng ze met de wagen de eerste keer naar Lichtervelde (meer dan 20 km)
Ik los ze altijd ‘s morgens bij normaal weer (dus niet als het echt zomert)
Nadien volgen nog zo’n uitstapjes in alle richtingen: Oostende, Veurne, Templeuve, Eeklo, …. Eigenlijk doet de richting er niet toe maar via de snelwegen is het makkelijker een eind ver te raken.
Ik probeer ze ook te lossen in omstandigheden waar ze wel thuiskomen maar niet al te vlot.
Vanaf 2018 startte ik met ze 1 voor 1 te lossen in Péruwelz. Dat is zo'n 100 km van m'n hok.
Ik las dat Noël Peiren dat deed en het bevalt me. Ik heb graag dat ze 1 voor 1 thuiskomen, dan leren ze zoeken, scherpen ze hun oriëntatievermogen aan.
De meeste seizoenen zien ze in hun geboortejaar nooit de grote mand.
Voor m'n jonge duiven heb ik een hok uit 3 delen.
Een plaats waar ze eten (leren eten)
Een deel waar ze kunnen slapen (in een hok)
Een volière waar ze altijd in kunnen (zowel dag als nacht)
Ronde na ronde stop ik bij elkaar.
Gespeende jongen zitten in het eerste deel. Op het moment dat ze in de spoetnik kunnen vliegen mag dat groepje duiven bij de andere duiven.
Jonge duiven krijgen geen medicatie Ze moeten enkel uitgroeien, gezond blijven, rond het hok wat vliegen.
Zie ik eentje ziek zitten wordt het uit de bende gehaald en schrap ik het ringnummer in m'n werkschrift. Ik kijk nooit vooraf uit welk koppel het komt.
Zie ik wat mindere mest doe ik wat look of een gesneden ajuin in de drinkpot en de drinkgoten. Dat helpt bijna altijd.
Het hok wordt zelden gepoetst. Het hok ligt meestal droog en af en toe haal ik een emmer droge mest uit het hok.
Buiten aan de draad van de voliere hangen drinkgoten zoals die aan reismanden gehangen worden bij wedstrijden. Zo kennen ze dat al voor later.
Er wordt van de jongen eigenlijk niks verwacht.
In de zomervakantie laat ik ze 's morgens uit na de weduwnaars en als ze voldoende lang allemaal vliegen (een klein uurke) begint het opleren.
Ik breng ze met de wagen de eerste keer naar Lichtervelde (meer dan 20 km)
Ik los ze altijd ‘s morgens bij normaal weer (dus niet als het echt zomert)
Nadien volgen nog zo’n uitstapjes in alle richtingen: Oostende, Veurne, Templeuve, Eeklo, …. Eigenlijk doet de richting er niet toe maar via de snelwegen is het makkelijker een eind ver te raken.
Ik probeer ze ook te lossen in omstandigheden waar ze wel thuiskomen maar niet al te vlot.
Vanaf 2018 startte ik met ze 1 voor 1 te lossen in Péruwelz. Dat is zo'n 100 km van m'n hok.
Ik las dat Noël Peiren dat deed en het bevalt me. Ik heb graag dat ze 1 voor 1 thuiskomen, dan leren ze zoeken, scherpen ze hun oriëntatievermogen aan.
De meeste seizoenen zien ze in hun geboortejaar nooit de grote mand.